(lange) bio
Hieronder volgt een bio die focust op het eigen werk van Stoomboot en aanverwanten. Zijn verschillende uitstapjes kan u bestuderen onder 'Projecten'. Stoomboot bestaat sinds het najaar van 2011. Doorheen de jaren heeft hij op een aantal fantastische plekken gespeeld: Sportpaleis, Minard, Dranouter, Roma, Rataplan, Arenberg, Kleine Komedie, Paradiso, Ab, Gentse Feesten, Watou, Kursaal, Warande, 30CC/Schouwburg, Na Fir Bolg, Boterhammen in het Park, tientallen prachtige CC's en niet te tellen huiskamers (Van New York tot Milaan).
Een kruising van Kuifje, De Kleine Prins en een doe-het-zelfzaak. Dat is de korte samenvatting van de avonturen die singer-songwriter Niels Boutsen tot dusver beleefde in muziekland. Hij komt binnen in 2011, via een kleine deur achteraan het podium. Als Stoomboot wint hij de Nekkawedstrijd met liedjes in het Nederlands over het meisje dat hij de avond voordien niet tussen de lakens kreeg. Niels is dan 19 jaar, studeert geschiedenis en bestudeert het leven. Een jongeman maakt een levensplan, een reis begint.
Spelen blijkt plezierig. "Je enige houvast zijn je muziek en je shows. Je moet ervoor zorgen dat elke show de beste is ooit. Dat is de rode draad." Andere artiesten ontmoeten blijkt plezierig. Voor een publiek staan blijkt plezierig. "Ik ben geregeld de jongste in de zaal. Dan zijn het mijn puberale muizenissen versus mensen met duizend keer meer levenservaring (lacht)."
Platen maken blijkt moeilijker. Niels klopt overal vruchteloos aan. Een derde 'ik' schiet wakker. Na de muzikant en de reisduif is er: de jonge ondernemer. Stoomboot Records wordt geboren. De eerste release is 'Stoomboot', het debuut van de eigenaar. "Ik wist bij God niet hoe ik een plaat moest maken. En ik wou een groepsalbum, niet ik alleen met mijn gitaar. De oplossing was Andries Boone, multi-instrumentalist en een man voor veeleisende opdrachten." Die laat een interessante bemanning aanrukken en brengt de boot in de vaart. "In mijn herinnering is 'Stoomboot' ontstaan vanuit een soort van broeierige chaos." Ondertussen leert hij gretig met ogen en oren.
De ontvangst van het debuut is hartelijk. De pers rekent Stoomboot meteen bij de Champions League van het Nederlandstalige lied en noemt Niels Boutsen de jonge schavuit die de kleinkunst best kan gebruiken. Er worden vier singles uit 'Stoomboot' gehaald en het boerenjaar 2014 wordt feestelijk afgesloten met een nominatie voor de MIA's in de categorie Beste Doorbraak. Verliezen van Oscar & The Wolf was een zaak van eer.
De dag na de uitreiking, 9 januari 2015, begint een nieuwe episode. Nieuwe plaat, zelfde bemanning, andere aanpak. "Ik had voor mezelf een jaar gerekend. En ik wou deze keer heel bewust en minutieus bezig zijn met elke stap. Van de liedjes maken tot de plaat in de winkel leggen."
Niels wordt kapitein en schaaft en vijlt geduldig en gericht aan 12 samenhangende nummers. "Het begint altijd met een woord of een zin. "Neem 'Windstil'. Tijdens het wandelen schoot mij de zin 'we zijn windstil maar ik wil waaien' te binnen." Ook het kader ligt vast: het andere geslacht. "'Windstil' gaat over mijn eerste vakantieliefde. Wist ik veel dat dat concept stopt als je terug thuis bent. Voor mijn bagage was uitgepakt, zat ik al brieven te schrijven. Er kwam wel respons maar na een tijd hield dat op. Ik denk daar nog vaak aan terug." Tijdens dat denken ontwikkelt Niels een eigen chemie. "Ik neem de realiteit en ik laat mijn fantasie er op los."
Niels heeft het voorbije jaar vaak gespeeld, ook in het buitenland. "Ik kan me niet neerleggen bij de idee dat ik als Nederlandstalige artiest moet stoppen aan de landsgrenzen." Hij bedenkt een slimme oplossing. Via de organisatie Vlamingen in de Wereld regelt hij huisconcerten over de halve wereld. Frankrijk, Spanje, Italië, tot de oostkust van de Verenigde Staten toe. "'Wolkenkrabbers' is geschreven in Boston en 'Dankjewel' in Washington. De rest in Leuven." Niels reist licht, met een opvouwbare gitaar. "Gekocht bij Mandolin Brothers in New York. Er zit een hydraulische vijs in zodat je ze kan plooien. Dan doet Ryanair niet lastig."
Niels is de man die met Stoomboot en Storm twee platen afleverde met een beetje liefdesverdriet, maar vooral veel humor en zelfrelativering. Het leverde hem ook iets op: in de zomer van 2017 trouwde hij met de liefde van zijn leven. Dat zorgde voor een existentiële crisis: als je gelukkig bent, waar schrijf je dan nog nummers over?
De derde plaat van Stoomboot klonk dan ook anders. Kapitein Niels Boutsen zette zijn akoestische gitaar aan wal en trotseerde de golven met met een elektrische gitaar. Op de koop toe kocht Boutsen zelfs een delaypedaal, om bij elke stomp herinnerd te worden aan de nieuw ingeslagen weg.
Voor het eerst werkte Stoomboot de nummers uit met zijn geweldige band. Mathias Moors en Geert Mariën dachten bas- en drumsgewijs de muziek mee uit en ontpopten zich tot een rauwe, sexy ruggengraat. Daardoor werd Zwarte Doos een plaat met veel ruimte die je soms zelfs aan het dansen zet.
Mixer van het eerste uur, Luc Weytjens, sprong mee aan boord en haalde zijn klavieren boven. Een funky hammondje katapulteert je terug naar de jaren zeventig, terwijl een oude kapotte buffetpiano doet denken aan de roodovergoten speakeasies uit de jaren twintig. Zelfs de jaren tachtig komen even piepen met een synthsound waarmee Stoomboot probleemloos in Miami Vice zou passen.
De titel van het 3e album ('Zwarte Doos') komt uit het nummer Kamiel, een ode aan Niels Boutsens studentenresidentie Camillo Torres in Leuven. Stoomboot belandde in het begin van zijn academische loopbaan op een plek die toegewezen wordt aan studenten als er elders geen plaats is. Iedereen die bij Kamiel belandt, heeft één doel: zo snel mogelijk weer vertrekken. Boutsen vond de veel te kleine kamertjes eerder romantisch en besloot te blijven. Zijn kamer werd zes jaar lang zijn zwarte doos: een soort luchthaven waar hij steeds aankwam om te vertrekken, op zoek naar nieuwe avonturen.
De weg naar de residentie is geplaveid met kasseien en studenten houden er tegenwoordig van om hun bagage te verplaatsen in enorme zakken, ondersteund door veel te kleine wieltjes. Het lawaai van de te kleine wieltjes op de koude kasseien inspireerde Stoomboot tot een eigentijdse protestsong: Devervelendluidetrolleyblues. Voor andere avonturen moest Boutsen zijn kamertje niet uit: de aanslagen in Brussel en Zaventem, de verkiezingscampagne van Donald Trump en het uitstelgedrag waardoor mensen in de kou dreigen te belanden. Wie we zijn, Adem in en Dit is wat ik doe leggen de vinger op de etterende wondes van onze wereld die ternauwernood naar adem hapt.
Stoomboot keek verder dan zijn neus lang is en verwerkte de verhalen rondom hem tot geluidschilderijtjes. Je komt alleen maar buiten in de winter vertelt het verhaal van de depressie van Niels' vader. We hebben ons vergist beschrijft hoe moeilijk het is om elkaar los te laten na een jarenlange relatie en hoe soms liefde niet genoeg is om elkaar te redden. Afsluiten doet Zwarte Doos met Kersentaart, over een bakkerij, ouder worden en The Beatles.
Met Stoomboot, Storm en Zwarte Doos leverde Stoomboot drie platen af die bijzonder dicht bij zichzelf liggen. Je zou ze kunnen interpreteren als een soort autobiografie van zijn eerste jaren 'volwassen' zijn. Kritische stemmen stellen dat hij eigenlijk drie keer dezelfde plaat maakte en in se valt daar wel iets voor te zeggen: de verhalen die Stoomboot tussen 2014 en 2017, de jaren waarin hij zijn eerste drie albums schreef, zijn de verhalen die de jonge Boutsen tussen 2014 en 2017 beleefde en dus essentieel voor het coming of age verhaal van Stoomboot.
Desalniettemin werd Boutsen na 'Zwarte Doos' geprikkeld om andere recepten te proeven. In augustus 2017 smeedde hij een samenwerking met saxofoniste Marjan van Rompay. Wat zou er gebeuren als we het verhalende van de Nederlandse taal trachten te verzoenen met hedendaagse jazz? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Zo werd Zandland geboren: een hedendaags jazzkwartet met Marjan Van Rompay, Geert Hendrickx, Jonas Boutsen en Roeland Van Noten. Boutsen zorgde voor zang en tekst. In het najaar van 2019 kwam de band met een debuut, dat werd geproducet door Nicolas Rombouts. In 2023 kwam een vervolg-EP uit.
Meedraaien met een jazzkwartet is voor iemand die nooit echt gezongen heeft, een vleesgeworden nachtmerrie. Stoomboot is een verteller, geen zanger. Componiste Van Rompay bracht hem echter de waarde van durven bij. Je verschuilen is een keuze, maar niet altijd een goed idee. De durf zorgde ervoor dat Zandland een hybride mengeling werd van sfeer, klank en verhaal. Stoomboot groeide.
De liefde voor singer songwriters zit bij Stoomboot geworteld in zijn opvoeding. Nederlands is zijn moedertaal, maar zijn vader spreekt Frans. Zo kwam Stoomboot op jonge leeftijd in contact met reuzen als Brel, Brassens en Moustaki. Het chanson lonkte en bleef lonken. Toen Boutsen een aantal jaar geschiedenisles gaf op een immersieschool in Jodoigne, besloot hij de handen uit de mouwen te steken. Onder leiding van Jonas Boutsen, drummer bij Zandland, werd een collectief samengesteld om een Franstalig experiment proefondervindelijk uit te proberen: Mr. Bateau. Het debuut verscheen in het voorjaar van 2020.
Zowel met Zandland als met Mr. Bateau vertelt Boutsen verhalen die hij niet lijkt te kunnen plaatsen onder de Stoombootvlag. Echter, door grensoverschrijdende samenwerkingen als Zandland en Mr. Bateau, verbreed ook wat Boutsen met Stoomboot kan. Zo werd in het najaar van 2018 het idee 'Omdat we naar de zee stromen' geboren, de opvolger van 'Zwarte Doos'.
'Omdat we naar de zee stromen' is een conceptalbum waarin Niels Stoomboot Boutsen op zoek gaat naar verhalen van mensen die anders in de tijd staan dan hij. 'Omdat we naar de zee stromen' bezingt drie verschillende generaties: Boutsens grootouders, die zich krom werkten voor de toekomst van hun kinderen, Boutsens eigen generatie, gebukt onder burn-out en Boutsens leerlingen, die gapend wachten tot de tijd de geschiedenisles wegtikt. 'Omdat we naar de zee stromen' is naast een album ook een theatervoorstelling én een podcast waarin Stoomboot de verhalen van de verschillende generaties vertelt en/of verwerkt.
Voor het eerst maakte Stoomboot een album waarin het niet over zichzelf gaat. Voor het eerst maakte Stoomboot een album zonder band, maar met producer Ruben Lefever. Voor het eerst maakte Stoomboot een album rond een centrale vraag: 'Waar zijn we toch mee bezig?'. Het is een vraag die elke generatie zich stelt en levenslang bezighoudt zonder ze ooit waterdicht te beantwoorden. Stoomboot observeert, analyseert en zingt: een combinatie waarin hij uitblinkt.
'Omdat we naar de zee stromen' werd geproducet door Ruben Float Fall Lefever, die op magistrale wijze een nieuw klankuniversum rond Stoomboot bouwde. Ruben en Niels zaten samen op dezelfde middelbare school, studeerden op dezelfde universiteit vakken die niets met muziek te maken hadden en vonden veel later een eigen golflengte op 'Omdat we naar de zee stromen'. Ruben was ook Niels getuigen toen die trouwde. Wide Vercnocke illustreerde een van de eerste shows van Stoomboot, ondertussen meer dan tien jaar geleden. Toen al wist Stoomboot dat Wide ooit veel meer zou illustreren. Vercnocke nam de artwork van 'Omdat we naar de zee stromen' en is het grafische been waarop de theatervoorstelling steunt.
Na vele omzwervingen besloot Stoomboot terug te keren naar de essentie: een gitaar, een stem en veel verhalen. Hoewel alle platen werden opgenomen in een bepaald universum, is Stoomboot toch nog altijd een solo-artiest. Hij trad het meest alleen op, maar dat kwam nooit tot uiting in een plaat. Om zijn tiende verjaardag te vieren, besloot hij een live-album op te nemen. Dat kon, symbolisch, in de AB, waar hij bijna dag op dag tien jaar eerder de Nekkawedstrijd won dat het officieuze startschot was van zijn carrière. De voorstelling kwam enkel uit op LP, inclusief de verhalen, want voor 10 jaar Stoomboot moet je even gaan zitten.
Met die unieke LP onder de arm ging Stoomboot op tournee langs een 15-tal CC's in najaar van 2022 en het voorjaar 2023, vastbesloten om een nieuw decennium te starten, maar vanuit een nieuwe invalshoek. Meer volgt.